5 clichés over de ideale drinktemperatuur van wijn. Het lijkt wel of die niet bestaat – omdat de meningen vaak zo tegenstrijdig zijn. De een vindt het te koud, de ander wil zelfs graag een ijsblokje in het glas doen. Maar het is net als bij goede smaak: de juiste drinktemperatuur van wijn is een subjectieve kwestie.
01 – De wijn warmt vanzelf op
Bij het koelen van witte wijnen moet je er altijd rekening mee houden dat de wijn in het glas snel wat opwarmt. De serveertemperatuur dient ongeveer twee graden lager te zijn dan de gewenste drinktemperatuur.
02 – Rode wijn op kamertemperatuur
Deze aanbeveling stamt uit de tijd dat de gemiddelde kamertemperatuur veel lager was dan nu. Tegenwoordig is 20 graden of meer niet ongebruikelijk en veel te warm voor een lekker glas rode wijn.
03 – Witte wijn moet koud zijn
De zon schijnt volop en niets is dan lekkerder dan een verfrissend glas ijskoude witte wijn. Maar niet elke witte wijn is gemaakt voor zulke lage temperaturen. Vooral complexere witte wijnen dienen op een iets hogere temperatuur geserveerd te worden.
04 – Hoe koeler, hoe frisser – hoe warmer, hoe zwaarder
Hoe koeler een wijn is, des te frisser is hij op de tong en neemt het zuurgevoel toe (de zuren in de wijn blijven gelijk). Bij hogere temperaturen neemt het zoetgevoel toe en wordt de alcohol ook sterker waargenomen.
05 – Het is glashelder
Ook de grootte van het glas heeft invloed op de temperatuur. Hoe groter en boller het glas, hoe sneller de wijn opwarmt omdat de uitwisseling met de lucht groter is.
Laat je wijn in ieder geval nooit lauw worden - Reinier O. Broeks
Oorspronkelijk artikel: Zu warm oder zu kalt? – Vinum