De meeste wijndrinkers drinken wel eens rosé. Zeker als de zon schijnt want het is een populaire zomerwijn. Op die momenten is het volop genieten van een koel glas rosé. Maar wat is rosé eigenlijk?
Het antwoord is eenvoudig: het is rode wijn waarvan de blauwe druivenschillen kort mee gisten. De schillen geven wat kleur en tannine af, en klaar is de rosé.
Voor de kleur zijn in ieder geval blauwe druiven nodig. Pinot Gris of Pinot Grigio is wat afwijkend, die druif houdt qua kleur het midden tussen blauw en wit.
Veel gebruikte blauwe druivenrassen zijn Grenache Noir, Mourvèdre, Carignan, Cinsault, Pinot Noir, Syrah en Sangiovese.
Hoe langer de schillen mee gisten, des te donkerder de rosé wordt. En hoe meer tannine in de wijn komt. Daardoor neemt het ouderingspotentieel toe.
Zoals bijvoorbeeld bij de rosés van Domaine Tempier uit Bandol. Die kunnen met gemak 10 jaar liggen. Maar de meeste rosés drinken we jong omdat ze dan op hun best zijn: fris en fruitig.
Er zijn verschillende manieren om rosé te maken
Traditioneel – cuvaison rapide
Direct na de pluk worden de druiven ontsteeld en gekneusd. Na een of twee dagen koude inweking hebben de druiven nog maar weinig kleur afgegeven en vindt het persen plaats. Het sap is roze en wordt vervolgens op dezelfde manier als witte wijn behandeld: gisten, filteren, bottelen.
Saignée
De tweede methode is ‘het bloeden’. In het Frans heet dat de saignée-methode. De druiven gaan in een kuip en vanaf het begin gisten de schillen en de pitten mee. Na korte tijd tapt de wijnmaker een deel van het gistende sap af (het bloeden – saignée). Dat nog gistende sap gaat dan zonder de vaste delen verder met gisten. Deze methode staat garant voor frisse en fruitige rosés. Van de most – schillen, pitten en sap wat in de tank achterblijft – maakt men meestal rode wijn.
Direct persen
Wanneer de druiven na de oogst – zonder te ontstelen, kneuzen of inweken – direct worden geperst, ontstaat sap met een heel licht roze kleur. Dat persen moet uiterst zorgvuldig gebeuren. Het resultaat zijn heel delicate rosés zoals vooral in de Provence (Zuid-Frankrijk) worden geproduceerd.
Samen vergisten
De laatste methode is het gezamenlijk vergisten van blauwe en witte druiven in dezelfde kuip. Wat in Europa niet mag is een rosé maken van rode en witte wijn; behalve in Champagne. Maar samen vergisten mag wel. Het komt niet veel voor maar gebeurt onder andere in Duitsland en Spanje.
Vinificatie
Nadat wijn gemaakt is volgens een van bovenstaande methodes, wordt de wijn gefilterd (geklaard) en daarna gebotteld.
Om fruitige aroma’s en frisse zuren te behouden, gisten de meeste rosés bij lage temperatuur, van 14 tot 18 °C.
Veel top-rosés komen toch wel uit Zuid-Frankrijk. Uit de Languedoc-Roussillon, maar vooral uit de Provence. Daar hebben de wijnboeren het maken van rosés tot absolute kunst verheven.